Het verdwijnen van de bachelor studie Nederlands aan de Vrije Universiteit Amsterdam bekrachtigt een neergaande trend. Het aantal studenten dat kiest voor neerlandistiek halveerde in een paar jaar tijd. Dat kan anders, vinden critici.
Slechts 201 studenten begonnen het collegejaar 2018-2019 met de bacheloropleiding Nederlands aan een van de zes universiteiten die deze studie aanbieden. Dat is een halvering ten opzichte van 2011-2012. Zorgwekkend, vinden kenners deze tanende interesse in de studie van de Nederlandse taal en cultuur, helemaal nu de Vrije Universiteit naar buiten brengt in september geen nieuwe studenten te laten instromen in de bacheloropleiding Nederlands. Wie nu al bezig is, kan de studie nog wel afmaken.
Hans Bennis, directeur van de Taalunie, maakt zich zorgen. “Onze identiteit wordt gedragen door onze taal en cultuur”, zegt hij. “Naar buiten toe vinden we die taal heel belangrijk; mensen die hier komen wonen, moeten meteen Nederlands leren. Maar in het huidige schoolsysteem is er steeds minder aandacht voor het Nederlands. Dat is een ambivalente houding.”
Een dienstbaar vak
Bennis heeft het over de manier waarop het vak Nederlands op de middelbare school gegeven wordt. Nederlands is een ‘servicevak’ geworden, dienstbaar aan andere vakken. “Het is een vak dat draait om goed leren lezen en schrijven. Ik mis de inhoud over taal en letterkunde. Op deze manier is het vak Nederlands onaantrekkelijk voor leerlingen.” Volgens Bennis vinden scholieren Nederlands al jaren een van de saaiste vakken van het voortgezet onderwijs.
Marc van Oostendorp, hoogleraar Nederlands aan de Radboud Universiteit en verbonden aan het Meertens Instituut voor onderzoek en documentatie van de Nederlandse taal en cultuur, is het roerend met Bennis eens. Nederlands op school moet weer sexy worden. Prikkelbaar en interessant. Een vak waarbij scholieren leren over het ontstaan van de Nederlandse literatuur en hoe de taal in elkaar steekt. “Het is beter voor je taalvaardigheid als je niet alleen met trucjes een tekst kan ontleden, maar echt begrijpt hoe een taal werkt”, zegt Van Oostendorp.
Internationalisering speelt ook een rol, stelt Van Oostendorp. “We kunnen Nederlands aan de universiteit moeilijk aanbieden in het Engels”, zegt hij met enig cynisme. Studenten kiezen tegenwoordig in groten getale voor een studie met Engels als voertaal. En niet alleen om de taal. “Nederland lijkt als studieobject weinig populair.”
Van Oostendorp is lid van de in november opgerichte Raad voor de Neerlandistiek. Die vertegenwoordigt de zes universiteiten die de studie Nederlands aanbieden. Ook de Taalunie zit in deze nieuwe raad. Doel is niet alleen om te wijzen naar het vak Nederlands in het middelbaar onderwijs, maar ook te zoeken naar concrete maatregelen die de universiteiten zelf kunnen nemen.
In de verleiding brengen
“We moeten een gezamenlijk profiel van de neerlandistiek naar buiten brengen”, zegt Van Oostendorp. “Van nature concurreren universiteiten met elkaar om een student. Ik heb liever dat we studenten in de verleiding brengen om te kiezen voor het vak Nederlands. Waar ze dat doen, is minder van belang.”
Meer studenten zijn echt nodig, stellen beide deskundigen. “Zelfs als alle neerlandici die afstuderen leraar Nederlands worden, hebben we er te weinig”, stelt Van Oostendorp. “En daarvoor kiezen ze niet. Neerlandici gaan ook aan het werk bij een uitgeverij, worden journalist of gaan werken in de communicatie.”
Bennis van de Taalunie wil daarom zwaar geschut in stelling brengen. Twee decennia geleden was er een tekort aan leerlingen, die voor een bètastudie kozen. Daarom werd de campagne ‘Kies exact’ opgezet, weet Bennis nog. Met reclamespotjes en posters op stations. “Ik wil pleiten voor een campagne ‘Kies voor taal’, omdat taal is weggezakt uit onze beleving, en daar moet aandacht voor komen.”